Vaktherapie Beeldend, wat is dat nou precies?

 Vaktherapie Beeldend, wat is dat nou precies?

Meestal wanneer ik dit aan iemand wil uitleggen vergelijk ik de beeldende therapie met psychotherapie. Echter wordt er niet alleen gepraat maar juist gewerkt aan een beeldend thema.
De therapie is een non-verbale therapie. Dat betekent dat het vooral een ervaringsgerichte therapie is.
De beeldende behandeling laat de cliënt ervaring opdoen en stimuleert tot het in beweging komen. De cliënt kan door en met behulp van het medium ervaren, ordenen, verwerken, richting bepalen en oefenen met situaties.

Binnen de vaktherapie beeldend staat het medium (de klei, de verf, het hout, etc.) centraal en verbeeldt bijvoorbeeld de (traumatische) belevenis of het doorwerkte waar mensen geen woorden aan kunnen geven. Het werkt hierdoor op een ander (gevoels)niveau en is ervaringsgericht. Het gaat meestal om wat de cliënt beleefd heeft, wat er is gebeurd in het proces en hoe de terugkoppeling hierover is (Schweizer, De Bruyn, Haeyen, Henskens, Rutten-Saris, & Visser, 2009). Wat ik mooi vind aan beeldende therapie is dat het veel verschillende functies heeft. Het kan worden ingezet op verwerking, op het verkrijgen van inzicht, op het leren omgaan met gebeurtenissen, moeilijkheden, nieuwe ervaringen en op het onderzoeken van innerlijke en uiterlijke belevingen, zoals in en met het materiaal. Doordat er iets concreets tot stand komt kunnen er nieuwe associaties ontstaan en kan een gemaakt werkstuk verschillende dimensies vertegenwoordigen. Daarnaast maakt het beeldende werk niet-talige en niet-cognitieve processen visueel en tastbaar. Het kan niet meer ongedaan worden gemaakt en maakt de vitaliteit zichtbaar die achter het proces schuil gaat.
Het medium heeft zowel de functie om het middel en/ of het doel te zijn kan en spiegelt de competenties, innerlijke belevingen en worstelingen van een cliënt.

Het medium en het gemaakte werk kunnen heel bekrachtigend werken. Een persoon die moeite heeft met het eigen bestaansrecht zal het moeilijk vinden om met een groot werk zijn/haar ruimte op te eisen of op verschillende plekken in het lokaal te ´exposeren´.
Door dit toe te laten, of te stimuleren, ontstaat er (zelf)waardering. Wanneer er dan positieve reacties van andere cliënten komen voelt deze persoon zich gesterkt en gewaardeerd (en een beetje trots).
Andersom werkt dit ook, soms moet de therapeut erop letten dat een cliënt niet alle ruimte (letterlijk) in wil nemen.
Er komt vrijwel altijd een soort projectie tot stand of een nieuw uitgangspunt dat gekoppeld kan worden aan het heden, verleden en de toekomst. Daarnaast ontstaat er iets, er wordt letterlijk een beeld geschept van een innerlijke beleving. Er is hierdoor meer contact met de eigen gevoelens en dat zorgt voor zelfinzicht (Haeyen, 2011). De actieve vorm zorgt voor ontspanning en ontlading, deze vorm van vaktherapie staat ook het individuele aspect toe (in verhouding tot de andere vaktherapieën) waardoor er momenten zijn van zelfbezinning, die worden opgevolgd door contact naar en met de buitenwereld. Doordat er een materieel beeld is ontstaan blijven reflectie en bezinning mogelijk, ook lang na de sessies, of therapie.

Haeyen, S. (2011). De verbindende kwaliteit van beeldende therapie. Effecten van beeldende
therapie in de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen. Introductie van een beeldende therapie vragenlijst. Antwerpen/Apeldoorn: Garant Uitgevers
Schweizer, C, (Red.), Bruyn, J. de, Haeyen, S., Henskens, B., Rutten-Saris, M., &Visser, H.,
(2009). Handboek beeldende therapie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *